Helmond

Auto, fiets en openbaar vervoer
Helmond heeft bijna evenveel auto’s als woningen. Al deze auto’s nemen ruimte in beslag en moeten hun weg vinden door de stad. Tegelijkertijd leeft onder de bevolking terecht de wens om de overlast van de auto terug te dringen als het gaat om veiligheid en leefbaarheid. Het is niet eenvoudig om al deze belangen tegelijkertijd te behartigen.

Wij vinden dat oplossingen gezocht moeten worden in het terugdringen van het (onnodig) autogebruik. De helft van het aantal autoritten in de stad betreft afstanden van minder dan 7,5 kilometer. Voor deze korte afstanden kan in veel gevallen de fiets een alternatief zijn. Wij steunen het huidige beleid om hierop in te haken met de aanleg van fietspaden en gratis stallingen. Hiervoor dient voldoende geld vrijgemaakt te worden.

Het busvervoer is in de verdrukking geraakt door bezuinigingen en omdat het de concurrentie met de auto niet aan kan. In de afgelopen periode zijn twee experimenten gehouden met gratis busvervoer. Door de week voor jongeren onder de twaalf en voor 65-plussers. En op zaterdag voor iedereen. De eerste proef werd door een meerderheid van de raad onvoldoende succesvol geacht, de laatste proef is wegens succes het hele jaar 2009 doorgezet. Wij vinden dat het gratis busvervoer op zaterdag structureel moet worden.

Helmond is goed bedeeld met vier treinstations. Daarnaast dienen de wijken allemaal bediend te worden met een busverbinding, zodat iedereen ook gebruik kan maken van bus en trein.

De Taxbus biedt in de meeste gemeenten vervoer voor gehandicapten en ouderen. In Helmond is de Taxbus een vorm van openbaar vervoer van deur tot deur. Iedereen kan er gebruik van maken, van jong tot oud. Basisvoorwaarde voor de kwaliteit van de Taxbus is op tijd rijden. De meeste klachten gaan over het gebrek aan stiptheid. Dit moet verbeterd worden.

Wij vinden dat er ’s nachts treinvervoer moet zijn. Dat kan gerealiseerd worden door de vijf grote Brabantse gemeenten, waaronder Helmond, aan te sluiten op het NS-nachtnet.

Natuur en milieu
De ruimte voor natuur, rust en ontspanning staat onder voortdurende druk van oprukkende woningbouw en industrieterreinen. Dit levert dilemma’s op. Nieuwe industrieterreinen worden steevast aangeprezen met het werkgelegenheidsargument. Zeg dan maar eens “nee” in een stad met grote werkloosheid.

Maar het belang van nieuwe industrieterreinen voor de werkgelegenheid moet ook niet worden overdreven. Heel vaak gaat het om verplaatsing van bestaande bedrijven, niet om het toevoegen van extra werkgelegenheid. In het belang van natuur en milieu en dus de mens is er niet aan te ontkomen dat grenzen gesteld moeten worden.

Wij zeggen nee tegen nieuwe industrieterreinen op Scheepstal (bij Dierdonk), Diesdonk (Asten) en het BZOB-bos (Brouwhuis). Bovendien vinden wij dat Diesdonk allereerst een aangelegenheid is van de gemeente Asten zelf.

Bestaande industrieterreinen moeten efficiënter worden gebruikt. Door dichter te bebouwen en ook door de hoogte in te gaan. Waar veel leegstand is, dient bekeken te worden of ruimte vrijgemaakt kan worden voor nieuwe bedrijven.

Hoewel Helmond een vrij compacte stad is, is ze (gelukkig) niet kompleet dichtgebouwd. Van diverse kanten lopen er nog steeds groene longen tot zelfs bijna in het centrum. Denk bijvoorbeeld aan de Bundertjes, het Warandepark en het Groot Goor overgaand in wijkpark Houtsdonk en het waterleidingbos bij Rijpelberg, vervolgens vandaar over het kanaal via een brede grasstrook (omgeving Straakvense Bosdijk) naar het Hortensiapark.

Deze longen zijn van enorm belang. Voor de leefbaarheid van onze stad, voor mens en dier én voor de luchtkwaliteit. Daarom vinden wij dat dit voor de toekomst zo moet blijven, liefst zelfs verbeterd wordt. Bij de hoogste kwaliteit zullen er voor allerlei dieren, bijvoorbeeld vogels en vlinders, meer ruimte en mogelijkheden ontstaan.

Het Natuur- en milieucentrum Helmond (NMCH) voorziet in een enorme behoefte aan voorlichting voor de Helmondse scholen. Wat ontbreekt is voorlichting aan de Helmondse burgers. Wij vinden dat Helmond met zijn bijna 90.000 inwoners toe is aan een natuurcentrum waar burgers in hun vrije tijd en het weekend terecht kunnen. Zo’n centrum hoort niet thuis in het centrum, zoals nu het geval is, maar bijvoorbeeld bij het stadswandelpark de Warande of natuurgebied de Bundertjes.

De komende tientallen jaren zullen we ons moeten voorbereiden op een maatschappij die niet meer afhankelijk is van fossiele energie. Duurzaamheid is het trefwoord in het belang van milieu en klimaat. De gemeente dient zoveel mogelijk een bijdrage te leveren aan meer duurzaamheid.