h

Wonen en stedelijke ontwikkeling

Volkshuisvestingsbeleid
In het recente verleden is het aantal woningzoekenden fors gestegen. Dat aantal is hoog gebleven. Er staan ruim 6000 woningzoekenden voor een huurwoning ingeschreven. Het overgrote deel van de geregistreerde woningzoekenden heeft bepaald geen hoog inkomen. De meesten zijn aangewezen op huurtoeslag.

Toch is het beleid erop gericht om geen sociale woningbouw meer toe te voegen. Helmond moet groeien naar een stad met 44.500 woningen (nu 38.000), maar op de sociale volkshuisvesting is een stop gezet. Aldus het huidige beleid. Alleen als een bestaande sociale woning uit de markt wordt gehaald, door sloop of verkoop, mag een nieuwe sociale woning worden teruggebouwd.

Wij zijn het niet eens met dit beleid. Natuurlijk hoeft niet voor iedere ingeschreven woningzoekende een sociale huurwoning worden bijgebouwd. Een flink deel van de vraag kan worden opgelost binnen de bestaande woningvoorraad. Maar een feitelijke stop op sociale woningbouw gaat veel te ver.

Er wordt ook wel geredeneerd dat er voldoende betaalbare huurwoningen zijn, maar dat de verkeerde mensen er wonen, de zogenaamde scheefwoners. Scheefwoners zijn mensen die op grond van hun inkomen een duurder huis kunnen betalen, maar niet verhuizen. Het is niet mogelijk maar ook niet gewenst om deze groep tegen zijn zin te laten verhuizen. De wijk die zij achterlaten, wordt dan nog eenzijdiger van samenstelling. Het is beter om gewoon betaalbare woningen bij te bouwen.

Helmond wordt steeds verder volgebouwd en over allerlei plannen zijn al vergaande afspraken gemaakt. Het aantal plannen dat nog kan voorzien in de behoefte aan sociale woningbouw raakt beperkt. Niettemin blijft het zaak om te streven naar een groter aandeel sociale woningbouw. Plannen moeten hierop worden herzien. Een aandeel van 30 procent sociale woningbouw van het totaal aantal nog te bouwen woningen is heel gebruikelijk.

Er moet terughoudend worden omgegaan met het slopen en verkopen van woningen. Sloop en verkoop betekenen dat betaalbare huurwoningen uit de markt verdwijnen en dat is ongewenst.

Technisch goede woningen slopen, alleen maar om de zogenaamde eenzijdige samenstelling van de wijk te doorbreken, wijzen wij af. Renovatie van woningen kan een prima alternatief zijn.

Als Helmond in de toekomst vanwege ruimtegebrek niet kan voorzien in voldoende woningbouw, is het redelijk om uit te kijken naar andere locaties in de regio. Net als bij het aanwijzen van bedrijventerreinen (zie punt 4.2) moeten ook bij het aanwijzen van locaties voor woningbouw allerlei belangen gewikt en gewogen worden. Als Lungendonk (grondgebied van Someren) uit de bus komt als geschikte woningbouwlocatie, stemmen wij daarmee in. Het is daarvoor echter niet noodzakelijk om Lungendonk in te lijven bij Helmond. Wat ons betreft kan het grondgebied van Someren blijven. Het gaat erom dat wordt voorzien in de reële woonbehoefte van mensen.

Wij zijn tegen geforceerde groei van Helmond. Als gezegd: wij vinden dat gebouwd moet worden om te voorzien in de reële woonbehoefte, groei is voor ons geen doel op zich zelf.

Rol corporaties
Helmond heeft in totaal bijna 38.000 woningen. Het aandeel huurwoningen is iets meer dan 17.000 waarvan 3000 in particuliere handen zijn en ruim 14.000 in handen zijn van de woningcorporaties. Zij spelen dus een belangrijke rol in de stad.

In het verleden zijn de financiële banden tussen de corporaties en de overheid doorgeknipt. Corporaties worden geacht zelf hun (financiële) broek op te houden. Zij worden steeds meer aangesproken als een gewone commerciële marktpartij en door fusie en samenwerking worden corporaties ook steeds groter. Hierdoor staat het sociale karakter van de corporaties zwaar onder druk. Dit is geen goede ontwikkeling. Niettemin zijn de corporaties nog steeds de belangrijkste sociale factor in woningbouwland. In het gemeentebeleid moet daar rekening mee gehouden worden. Zie ook punt 3.1 hiervoor.

De vermogens van woningcorporaties moeten worden ingezet voor bevordering van bouw en onderhoud van woningen in de sociale sector. Het geld (huurdersgeld) moet niet weglekken naar andere zaken die feitelijk overheidstaken zijn, zoals het meebetalen aan een wijkhuis of een brede school. Want waarom moeten alleen huurders hiervoor betalen? Het gaat om nuttige voorzieningen in het algemeen belang die dan ook betaald dienen te worden uit de algemene middelen.

De wijken
Wij zijn een grote voorstander van goede (winkel-)voorzieningen dicht bij de mensen in de wijken. Goede voorzieningen in de wijken dragen bij aan de leefbaarheid, hebben een sociale functie en maken dat mensen minder in de auto hoeven te stappen. Zie ook punt 3.5, centrumbeleid en 1.6, de buurten.

Kinderen van nu hebben minder bewegingsvrijheid. Vrije speelruimte is niet meer vanzelfsprekend. Het bebouwde oppervlak is enorm toegenomen, het aantal auto’s is schrikbarend gestegen. Daarom is op dit punt beleid nodig.

Wij steunen het huidige beleid om te komen tot meer speelplekken en om bestaande plekken te verbeteren.

Integratie: samenleven doe je samen
Integratie komt van twee kanten. In dat besef moet iemand die van elders naar hier komt, zich openstellen voor de waarden en de cultuur van de maatschappij waarvan hij of zij deel wil uitmaken. Wie erbij komt hoort zich te houden aan de rechten en plichten die hier voor iedereen gelden. Maar wij hebben ook allemaal de plicht om een goede integratie mogelijk te maken. Door niemand achter te stellen, iedereen gelijke kansen te geven en hard op te treden tegen elke vorm van discriminatie. En door goede voorwaarden te scheppen voor opleiding, wonen en werk.

Wijken als Dierdonk en Brandevoort bestaan voornamelijk uit dure koopwoningen en zijn daarom voor grote groepen Helmonders niet toegankelijk. Dit betekent ruimtelijke tweedeling. In de praktijk betekent dit vaak ook tweedeling tussen allochtonen en autochtonen.

Deze ruimtelijke tweedeling tussen “rijk en arm” zal ook gaan spelen bij het plan De Groene Loper. Reden waarom wij tegen dit plan hebben gestemd.

Wij zijn tegen witte of zwarte, rijke of arme wijken en vóór gedifferentieerd (gemengd) bouwen, want samenleven doe je samen, niet apart.

Het centrumbeleid
De meerderheid van de Helmondse politiek heeft ingestemd met het centrumplan. Gedachte is dat het centrum een forse opwaardering nodig heeft. Er moeten flink wat winkels bij komen, het gaat om bijna een verdubbeling. Uitvoering van het centrumplan zal 10 tot 15 jaar duren. Geraamde kosten voor de gemeente: zo’n 24 miljoen euro. Mogelijk nog meer als zich onvoorziene risico’s voordoen.

Het centrum is voor verbetering vatbaar, maar dit plan vinden wij een maatje te groot. Het legt een zware financiële claim op de schaarse gemeentecenten en dat gaat onherroepelijk ten koste van andere belangrijke zaken. Daarbij komt ook nog dat de rem wordt gezet op buurtwinkels en wijkwinkelcentra, omdat die als concurrent worden gezien van het stadscentrum.

Er is nog iets anders. Het winkelaanbod in het huidige winkelcentrum is links en rechts nogal eenzijdig van samenstelling plus er is de nodige leegstand. Als het nu al zo moeizaam gaat, hoe moet dat straks dan, vragen vele mensen zich af? Hoezo het winkelaanbod verdubbelen? Nogmaals, mede daarom is ons standpunt dat het centrumplan een maatje te groot is.

Maar ondertussen gaan de voorbereidingen door. Er is een overeenkomst afgesloten met de betrokken projectontwikkelaars ING en Amstelland en de bouw van de bibliotheek is volop aan de gang. (We schrijven dit in oktober 2009.) Is er nog wel een weg terug? Wij denken van wel. Een herbezinning is op zijn plaats, mede ook vanwege de kredietcrisis.

Een andere kwestie die in het centrum speelt, is de voorgenomen aankoop van het Nedschroefterrein. Het plan is om de Nedschroef te verhuizen naar het industrieterrein. Op zich zijn wij hier geen tegenstander van, ware het niet dat de aankoop om en nabij 20 miljoen euro kost. Dat is heel veel geld en dat in een tijd dat vanwege de economische crisis tal van andere zaken onder vuur liggen vanwege de bezuinigingen. Het risico dat de gemeente het geld niet of pas heel laat terugverdient willen wij niet lopen. Het geld is hard nodig om bestaande voorzieningen overeind te houden en liever nog te verbeteren, zoals sociale woningbouw en de thuiszorg. Wij vinden daarom dat de aankoop niet door moet gaan. Er is ook geen grote noodzaak voor. Het enige wat gebeurt is dat het bedrijf blijft op de plek waar het al vele jaren zit.

U bent hier