h

Binnenlands bestuur: 'Einde aan schande Helmond'

30 april 1999

Binnenlands bestuur: 'Einde aan schande Helmond'

2005-07-23

'Vijandige overname' in de sociale woningbouw
Einde aan 'schande van Helmond'

- Flip ten Cate -

Omgekocht met een prachtig voorstel: een lage huur, een opknapbeurt en nog eens duizend gulden toe vanwege alle overlast. Tegen de wil van het tijdelijke bestuur stemden vorige week de (veelal kersverse) leden voor de overdracht van alle woningen van woningbouwvereniging De Hoop aan collega-corporatie Woonpartners. Een dergelijke 'vijandige overname' is uniek in de wereld van de sociale woningbouw. Er gaan jaren van wrijvingen tussen De Hoop en het gemeentebestuur van Helmond aan vooraf.

Op 5 maart viel er een bijzondere brief op de deurmat van alle huurders van woningbouwvereniging De Hoop. Afzender: een andere woningcorporatie, Stichting Woonpartners. Het was een aansporing om lid te worden van De Hoop, een uitnodiging om vervolgens een vergadering te beleggen waarin alle woningen zouden worden overgedragen aan Woonpartners. 'We zullen ons best doen om goed voor al onze huurders te zorgen. Dus ook voor u.' De brief bevat een mooi aanbod. Een huur die niet sterker stijgt dan de inflatie, in of rond de woning wordt voor twee mille geïnvesteerd in veiligheid. 'Dat kost u niets'.

Er werd nog meer beloofd. Een doortimmerd 'sociaal plan' voor de bewoners van de binnenstad die wegens de herstructurering moeten verhuizen. Duizend gulden in de hand voor alle bewoners van de 'Dierenbuurt', de wijk die het zwaarst onder de herstructurering te lijden krijgt. Is het een wonder dat de coup slaagde? Met vijf bussen werden de oude en kersverse leden aangevoerd van de zeventien opstapplaatsen. Vierhonderd kwamen er opdagen, op de voorste rij twee dames van respectievelijk 87 en 89 jaar oud. Driekwart van de leden stemde voor de overdracht aan Woonpartners. Het waarnemend bestuur zag zijn hoop in rook vervliegen.

Ooit was de binnenstad van Helmond het Mekka van de volkswoningbouw. Nu ligt het corporatiebezit er wat verloederd bij en wil de gemeente 'herstructurering' om erger te voorkomen. Een deel van de sociale huurwoningen moet worden gesloopt, de nieuwbouw zal voor het merendeel uit koopwoningen bestaan. Het plan oogt redelijk, het wijkt niet fundamenteel af van herstructureringsplannen die elders worden ontwikkeld. Heel sporadisch wordt er tegen zulke plannen geprotesteerd (Oosterparkwijk in Groningen en Duinoord in Den Haag). In Helmond ging dat anders. In Helmond weigerden twee binnenstads-corporaties, Volksbelang en De Hoop, pertinent aan zulke plannen mee te werken. Corporaties met diepe wortels in de Helmondse sociaal-democratie; corporaties van het oude stempel, met een 'arbeideristische' inslag.

Het is er hard tegen hard gegaan. Al in 1997 dwong toenmalig staatssecretaris Dick Tommel corporatie De Hoop (anno 1915) om - ten behoeve van de financiële continuïteit en om kwaliteitsinvesteringen mogelijk te maken - 150 huurwoningen te verkopen, een samenwerkingspartner te zoeken en mee te werken aan de herstructurering van de oostelijke binnenstad. Maar De Hoop kreeg om diverse redenen uitstel en er gebeurde niets. De bestuursstructuur werd niet gewijzigd - een van de andere eisen van Tommel - de woningen werden niet verkocht en de gemeente zag steeds opnieuw het herstructureringsproces vertragen.

Een gemeente staat in zo'n geval machteloos. Er is geen ander sanctie-instrument dan een verzoek aan het ministerie tot hernieuwd ingrijpen. Dat deed Helmond, en eind januari benoemde staatssecretaris Johan Remkes de oud-burgemeester van Almere, Cees de Cloe, tot toezichthouder. De Cloe, tegenwoordig directeur van adviesbureau Moret, hakte al eerder met dat bijltje: hij stond ooit een corporatie in Enschede bij die door beursspeculatie aan de rand van de afgrond kwam. De staatssecretaris deed nog meer: indien De Hoop niet binnen twee maanden 150 woningen had verkocht en met de gemeente tot overeenstemming kwam over de herstructurering, dan zou de bewindsman de corporatie opheffen. Zo'n ultieme maatregel is nooit eerder toegepast.

De Cloe trof in Helmond een chaos aan. In twaalf jaar tijd waren er acht bestuurscrises geweest. De laatste crisis was het gevolg van het conflict over de herstructurering van de binnenstad. De gemeente wilde graag dat de binnenstad-oost, na de herstructurering, voor 70 procent uit koopwoningen zou bestaan. De corporatie wilde 'bouwen voor de buurt' - merendeels huurwoningen dus. Na veel getouwtrek bereikten gemeente en bestuur van de corporatie overeenstemming over een zevende concept-tekst waarin geen sprake meer was van zeventig procent koopwoningen, maar van 'overwegend koopwoningen'.

De overeenkomst leek dus nabij, in december. Maar bij De Hoop heeft het bestuur niet de macht. De Raad van Toezicht (een instituut dat te vergelijken valt met een Raad van Commissarissen bij een bedrijf) maakt er feitelijk de dienst uit. Het bestuur werd de laan uitgestuurd, de Raad van Toezicht nam de leiding bij De Hoop over: de twee leden benoemden zichzelf tot waarnemend bestuur en weigerden de overeenkomst met de gemeente te tekenen - volgens hun advocaat kon 'overwegend koopwoningen' ook worden uitgelegd als 'negentig procent koopwoningen'. Het was in dit klimaat dat De Cloe binnentrad.

De Cloe: 'Ik ontmoette in Helmond dezelfde sfeer die ik in de jaren zeventig als wethouder in de Amsterdamse Dapperbuurt had gekend. Ik was verrast dat ik het pleidooi voor "bouwen voor de buurt" opnieuw in die vorm ontmoette, een absoluut verzet tegen sloop, men eiste een terugkeerrecht en men had een in deze sfeer passend architectenbureau in de arm genomen. Mijn benoeming ervoer men alsof Den Haag wel eventjes de Helmondse problemen zou oplossen. De sfeer was anti-gemeente en al helemaal anti-Den Haag.'

De Cloe schetst de typisch Helmondse sfeer, waarin de volkshuisvesting altijd sterk verweven was met politieke conflicten in het arbeidersmilieu. Helmond heeft een sterk verenigingsleven - als Den Uyl ooit behoefte had aan een volle zaal, dan regelde de Brabantse afdelingsvoorzitter (destijds de broer van De Cloe) een vergadering in Helmond: bomvolle zalen met 700 applaudisserende mensen, die even later elkaar weer te vuur en te zwaard bestreden.

De huidige wethouder volkshuisvesting, R. Hesen (PvdA), was ooit lid van de Raad van Toezicht van corporatie De Hoop, en nog eerder werknemer bij corporatie Volksbelang. De directeur van Volksbelang is voorzitter van de PvdA-afdeling. Zo gaat dat in Helmond, en vaak zijn er ook nog nauwe contacten met bouwbedrijven.

De Cloe: 'Het waarnemend bestuur, de twee mensen die gesteund werden door een kleine radicale groep huurders in de binnenstad en door de Socialistische Partij, weigerde het primaat van het gemeentelijk beleid te erkennen. "Een gemeente kan en mag niet in de relatie tussen corporatie en huurders ingrijpen", vond men. De aanwijzing van staatssecretaris Remkes hield in dat de corporatie binnen twee maanden met de gemeente een overeenkomst moest sluiten. Het ging het waarnemend bestuur uiteindelijk alleen maar om de macht - dat bleek toen zij na die twee maanden bereid waren eigenlijk alles te ondertekenen. De passage waar in december de commotie mee was begonnen, "overwegend koopwoningen" werd iets gewijzigd in "overwegend, maar tenminste zestig procent, koopwoningen".'

Die bereidwilligheid plaatste De Cloe voor een probleem. Hij rapporteerde aan Remkes dat het bestuur weliswaar wilde tekenen, maar dat de leiding van De Hoop desondanks niet in staat geacht kon worden zijn werk 'gezaghebbend' uit te voeren. Hij adviseerde de staatssecretaris de procedure in gang te zetten om de corporatie op te heffen, maar met daadwerkelijke actie te wachten op de ledenvergadering van eind april waarop de overname door Woonpartners aan de orde zou zijn.

De Cloe ontkent zelf de hand gehad te hebben in de overname door de collega-corporatie. Hij had er voorkennis van, dat wel, maar Woonpartners nam zelf het initiatief. Dat kan je in Helmond ook eigenlijk niet maken, een regeringscommissaris die de zaak eventjes bedisselt. Een brief van een groep 'Verontruste Leden De Hoop' aan alle huurders, die de actie van Woonpartners ondersteunt, maakt dat overduidelijk: vet gedrukt staat daarin de zin 'Wij vinden dat wij als Helmonders onder elkaar dit grote Helmondse probleem moeten oplossen.'

De actie van Woonpartners is door de leiding van De Hoop hoog opgenomen. Er is bij Remkes en bij de vereniging van woningcorporaties Aedes tegen de schending van de mores geprotesteerd, maar zowel Aedes als Remkes adviseerden de vereniging op het fraaie aanbod in te gaan. De Hoop begon een alternatieve vrijage met de andere corporatie, Volksbelang, en spiegelde zijn leden voor dat deze samenwerking nog gunstiger zou uitpakken voor de huren. Navraag van De Cloe bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting bracht aan het licht dat Volksbelang er financieel nog beroerder voorstond dan De Hoop; een samenwerking zou een groter aantal woningverkopen betekenen, en een forse jaarlijkse huurverhoging.

Het duo dat De Hoop leidde weigerde aanvankelijk de nieuwe leden in te schrijven - ze twijfelden aan de bedoelingen van de nieuwelingen. Maar in een ledenstop voorzien de statuten niet. Ze probeerden te elfder ure de agenda voor de ledenvergadering te wijzigen - maar daar stak De Cloe als toezichthouder een stokje voor: ook daarin voorzien de statuten niet.

Op de vergadering was het vooral een raadslid van de Socialistische Partij die de dieharts van De Hoop bijviel. Aan de stemming kon hij echter weinig meer veranderen. Bijna driekwart van de aanwezige leden stemde voor de overdracht van het bezit aan Woponpartners; de directeur daarvan werd benoemd tot bestuurslid van De Hoop. De volgende stap is een nieuw convenant met de gemeente over de opknapbeurt voor de binnenstad.

De Cloe: 'Anderhalf jaar is de herstructurering nu vertraagd omdat de gemeente geen sanctie-instrument heeft als een corporatie niet mee wil werken. Deze Helmondse ervaring toont aan dat een gemeente weinig anders rest dan de staatssecretaris te vragen om de "toelating" van de corporatie in te trekken (in feite betekent dat opheffing). Een paardenmiddel.'

Corporaties als De Hoop, met een verenigingsstructuur en gestaalde kaders als leden, komen in Nederland niet veel meer voor. Ook in de corporatiewereld heeft het snelle zakenleven zijn intrede gedaan, de verenigingen zijn omgevormd tot stichtingen met een Raad van Commissarissen op vrij grote afstand. Doet doet echter niets af aan de conclusie dat een corporatie die dwars wil liggen door een gemeente niet kan worden rechtgelegd.
(Binnenlands Bestuur, nummer 18, 30-4-1999)

U bent hier