h

Brief dd 25 juli 2000 van gemeente aan Woonpartners

25 juli 2000

Brief dd 25 juli 2000 van gemeente aan Woonpartners

2005-07-23 Aan Woonpartners
t.a.v. de directeur de heer J.W. Gerris

Helmond, 25 juli 2000

Geachte heer Gerris,

Uw brief was binnen voordat wij de gelegenheid hebben gehad onze beweegredenen voor een aantal stappen die wij hebben gezet in de vorige week, uiteen te zetten. Wij willen dat in deze brief doen. Eveneens zullen wij aangeven hoe uit de nu ontstane situatie te komen is. Wij zijn het met u eens dat niemand gebaat is bij het laten voortduren van een impasse.

Onze beweegredenen komen voornamelijk voort uit onze zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de activiteiten in de Binnenstad Oost. Deze activiteiten moeten voldoen aan de verschillende kwaliteitseisen die voortkomen uit het Grote Stedenbeleid (GSB). Daarbij staan, wat ons betreft, een aantal zaken in de te volgen aanpak centraal, namelijk:

het op een adequate manier betrekken en inlichten van bewoners van de Binnenstad Oost

het stimuleren van de inzet van middelen (waaronder geld) van marktpartijen, waaronder wij tevens corporaties verstaan; het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst, zoals wij dat met u gedaan hebben, is daarvan een illustratie

het nastreven van kwalitatieve verbeteringen van de leefsituatie voor de bewoners, zowel in ruimtelijk-fysiek, als in sociaal-economisch en sociaal-maatschappelijk opzicht

het trekken van een duidelijke, heldere strategie waar het gaat om de planontwikkeling en planuitvoering voor de hiervoor genoemde opzichten; voor bewoners moet duidelijk zijn wat ze van de gemeente kunnen verwachten, voor u overigens ook.

Het is u bekend dat de vernieuwing van de Binnenstad Oost onder tijdsdruk staat; deze druk wordt veroorzaakt door de beschikbaarstelling van de GSB-middelen. Daarnaast wordt de tijdsdruk veroorzaakt door het binnen afzienbare tijd beschikbaar komen van woningen in Brandevoort. Doorstroming van bewoners uit de bestaande stad kan alleen plaatsvinden als die woningen beschikbaar blijven en niet reeds vergeven zijn. Dat betekent dat er, ook in de tijd, een samenhang is tussen de ontwikkeling van de Binnenstad Oost en Brandevoort.

Het is u ook bekend dat wij hechten aan een goede kwaliteit van de plannen die moeten leiden tot een verbetering van de positie van de (huidige en toekomstige) bewoners van de Binnenstad Oost. In een paar voorkomende gevallen heeft dat kwaliteitsstreven geleid tot een doelbewuste vertraging in de planontwikkeling. Wij hebben ons steeds verdedigd met het argument dat het, voor een zo omvangrijke operatie waarvoor wij staan, belangrijker is zaken goed te doen dan snel.

De afgelopen weken is er intensief gewerkt aan het stedenbouwkundig plan (schetsontwerp) voor de Binnenstad Oost. Wij zijn, samen met u, tot de voorlopige conclusie gekomen dat het ontwerp dat nu voorligt, in termen van sloop verder gaat dan u in het verleden heeft gecommuniceerd met bewoners.

Die communicatie is altijd uw eigen verantwoordelijkheid geweest; wij hebben u regelmatig gewaarschuwd voor de gevolgen van gedane beloften.

Tijdens ons beraad in Aarie-Rixtel hebben wij ons bereid getoond om mee te werken aan het brengen van deze nieuwe boodschap aan uw huurders, hoewel het strikt gezien niet ons probleem is. Het belang om deze boodschap goed te brengen, is onze inzet en toezegging wat dit aangaat, meer dan waard. Deze toezegging handhaven wij onverkort.

Daarbij is toen de afspraak gemaakt dat wij zouden kijken hoe wij een besluitvorming- en communicatietraject kunnen vormgeven waarbij de gemeente en uw corporatie gelijktijdig en gezamenlijk naar buiten kunnen treden om de genomen besluiten toe te lichten. Die gezamenlijkheid is van belang om de grootst mogelijke duidelijkheid te kunnen geven aan de bewoners. Zonder die gelijktijdig- en gezamenlijkheid bestaat bovendien het risico dat beide tegen elkaar uitgespeeld worden in de (niet uit te sluiten) storm van kritiek. Ook dit is uitgesproken in Aarle-Rixtel.

Op deze manier wordt planvorming een zaak van verschillende betrokken partijen, en niet alleen van een zich dirigistisch opstellende gemeente. Een houding die ons college allerminst van plan is te kiezen.

De gemeente is in staat om een besluitvormings- en communicatietraject te kiezen dat mogelijk leidt tot vaststelling van het Integraal Programma van Eisen (1PvE), het stedenbouwkundige schetsontwerp en de bijbehorende begrotingsconsequenties in de raadsvergadering van 3 oktober as. Dat leidt tot veel extra overleg in augustus en september maar verder uitstel willen wij niet accepteren; het 1PvE is immers al sinds mei jl. gereed om vastgesteld te worden.

Naar onze mening is het voor uw corporatie even ingewikkeld om zo'n traject in elkaar te zetten als voor de gemeente. Aangezien het ons gelukt is (met de strakke planning die dat tot gevolg heeft), hebben wij geen reden aan te nemen dat Woonpartners dit niet zou lukken. Uw mededeling dat het u toch niet lukt is voor ons dan ook onbegrijpelijk en onacceptabel.

Mocht het inderdaad zo zijn dat het u niet lukt tegelijk klaar te zijn met besluitvorming, zodat van gezamenlijke communicatie geen sprake kan zijn, dan zien wij ons genoodzaakt onze eigen verantwoordelijkheid te nemen. Niet omdat we zo graag iets willen vaststellen, maar omdat bewoners en gemeenteraad recht hebben om te weten waar wij staan, als het gaat om de vernieuwing van de Binnenstad Oost. Als er al sprake is van onduidelijkheid, heeft die in ieder geval lang genoeg geduurd. Dat betekent dat de gemeente haar eigen weg, alleen, moet kiezen, hoezeer wij dat ook betreuren. Bovendien gaat dit in tegen ons voornemen een plan vast te stellen in overeenstemming met betrokken partijen, in dit geval Woonpartners. Wij zullen dan ook de u bekende planning handhaven en streven naar vaststelling in de raad van 3 oktober as. plus alle voorbereidende vergaderingen die daaraan vooraf gaan.

Dat er op dat moment geen overeenstemming is met Woonpartners, zal aan de raad toegelicht moeten worden. Het op dat moment ontbreken van een gezamenlijk kostenoverzicht, vinden wij, vanuit GSB-optiek, een ernstige schoonheidsfout, maar niet van zo'n belang dat wij nieuw uitstel zullen aankondigen.

Het gedrag van een gemeente dient in hoge mate voorspelbaar te zijn en houvast te bieden voor bewoners, marktpartijen en organisaties. Vandaar dat wij de vaststelling van het 1PvE, het stedenbouwkundig schetsontwerp en begrotingsconsequenties vergezeld zullen laten gaan van het nemen van een Voorbereidingsbesluit (ex.art. 12 WRO). Voor de goede orde: dit houdt in dat de gemeente uitsluitend medewerking kan verlenen aan bouw- en sloopplannen die in overeenstemming zijn met een op te stellen bestemmingsplan voor een gebied. Voor plannen die niet in overeenstemming zijn met het op te stellen bestemmingsplan, geldt de mogelijkheid deze plannen aan te houden/op te schorten om ze daarna te toetsen aan het nieuwe bestemmingsplan. Deze opschortende werking is bedoeld om de gemeente in staat te stellen een bestemmingsplan te herzien zonder toestemming te hoeven verlenen aan plannen die onder het oude bestemmingsplan wel mogelijk zijn, maar onder het nieuwe bestemmingsplan als ongewenst gelden. De duur van de opschortende werking is 1 jaar, met mogelijkheid tot verlenging voor nog een jaar.

Met andere woorden: hetgeen de raad vaststelt, willen we daadwerkelijk uitvoeren en uit doen voeren.

U geeft in uw brief aan dat u denkt dat een communicatiestoornis de oorzaak is van de nu ontstane situatie. Wij zijn dat niet met u eens.

Bijna een jaar zijn wij met u bezig om de vernieuwing van de Binnenstad Oost vorm te geven. Daarbij is het ons een doorn in het oog dat u de voorliggende operatie alleen vanuit het woningbouwperspectief beschouwt. Tot nu toe zijn wij regelmatig geconfronteerd met klachten uwerzijds over het al dan niet beschikbaar krijgen van compensatielocaties en de door u ervaren onvoldoende mate waarin wij onze afspraken nakomen. De inhoud van het 1PvE is door u voornamelijk beoordeeld op consequenties voor door u nagestreefde woningbouwuitgangspunten en in beduidend mindere mate op bijdrage aan algemener geldende maatschappelijk verbeteringen die ons, maar ook u aan het hart zouden moeten gaan.

Wij bestrijden de behoefte aan compensatielocaties niet; wij hebben daar zelfs een inspanningsverplichting voor op ons genomen. Maar er is meer aan de vernieuwing van de Binnenstad Oost dan alleen (her)huisvesting.

Nu blijkt dat u uw eigen voorbereiding niet op tijd op orde kunt krijgen, zien wij aanleiding om alle ambtelijke contacten in de sfeer van planvoorbereiding en -ontwikkeling, voor de Binnenstad Oost, op te schorten. Het is volgens ons niet zinvol om voorbereidende gesprekken te blijven voeren, terwijl u zelf nog geen besluitvorming heeft afgerond. Evenmin is het nuttig om ambtelijke inzet te focussen op een deelproject waarvan de belangrijkste partner slechts interesse toont voor een van de drie elementen van de operatie, namelijk het ruimtelijk-fysieke aspect. Het gaat immers om vernieuwing van de Binnenstad Oost, inclusief de Dierenbuurt, niet uitsluitend om herstructurering van de woningvoorraad.

Tot het moment dat wij van uw woningstichting het definitieve besluit omtrent de ontwikkeling van de Dierenbuurt hebben vernomen, zullen wij alle inzet en energie nodig hebben om onze eigen besluitvorming rond te krijgen. Bovendien zijn er meer grootschalige deelprojecten dan alleen de herstructurering van de Dierenbuurt, die onze aandacht vragen en die van even groot belang zijn voor de vernieuwing van de Binnenstad Oost.

Daarmee geven wij ook aan hoe volgens ons een einde kan komen aan de nu ontstane situatie. Wij geven u dringend in overweging een besluitvormingsprocedure in te richten die overeenkomt met de onze, zodat er weer sprake kan zijn van gezamenlijk opereren en communiceren in de Dierenbuurt. Dat betekent dat wij op 19 september as., voor 9.00 's morgens van uw corporatie het definitieve, onherroepelijke standpunt over de stedenbouwkundige voorstellen voor de Dierenbuurt willen weten, zodat het wij, in onze vergadering later die dag, een start kunnen maken met de officiƫle besluitvorming. Dat komt neer op een traject dat zich uitstrekt over 6 weken, deels in de vakantieperiode.

Indien u dit voor elkaar krijgt, is er wat ons betreft voldoende gelegenheid om een gesprek te voeren over de manier waarop wij in de nabije toekomst met elkaar om wensen te gaan. Uit voorgaande passage mag blijken wat wij van een hedendaagse woningcorporatie verwachten. Wij willen ook graag op hedendaagse voet met u verder.

Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Helmond,
De Burgemeester,
De Secretaris,

minuut

Copie:
Robert van Riel, Dimensie
C. Elich, BD.BC

U bent hier