h

Reactie SP op collegeprogramma

10 mei 2006

Reactie SP op collegeprogramma

In de raadsvergadering van 9 mei werd het collegeprogramma besproken. Hieronder de bijdrage van SP-fractievoorzitter Erik de Vries.

Voorzitter,

Voor ons ligt de 'blauw'-druk van het collegeprogramma voor de komende vier jaar en het is goed om hier uitgebreid bij stil te staan, het gaat immers over de toekomst van óns Helmond.

Ik wil maar meteen beginnen met aangeven wat mijn eerste gedachte was tijdens het lezen van dit collegeprogramma: VAAG. Woorden als 'zo mogelijk', 'als het nodig is', 'we streven ernaar om...', komen veelvuldig voor, maar leiden tot weinig concrete uitspraken en plannen.
Andere zinnen beginnen met 'we willen' en 'we stimuleren', maar ook deze zinnen geven weinig inzicht in wat er nu werkelijk moet gaan gebeuren.

Tevens zijn veel zaken die beschreven worden 'lopend beleid', wat al allemaal vaststaat en waar nog maar weinig over te zeggen of te besturen valt.

Dat is het globale beeld dat bij mij ontstaat na het lezen van dit programma, terwijl het juist zo belangrijk is om een goede start te maken vanuit een duidelijk werkplan. Dan weet iedereen wat er gaat gebeuren de komende 4 jaar en kan het college hier ook op afgerekend worden.

Inhoudelijk valt er wat ons betreft ook wel het een en ander te zeggen.

Laat ik beginnen met een voor ons erg belangrijk onderwerp, namelijk de volkshuisvesting, en dan met name de sociale woningbouw.

De PvdA geeft in de krant aan op dit punt een 'zwaar stempel te hebben gedrukt' gedurende de onderhandelingen. De komende jaren gaat het college er namelijk voor zorgen dat er in de sociale huursector minimaal 150 en maximaal 300 woningen worden gebouwd.

Ironisch genoeg stond dit op 1 april in de krant en wij denken dan ook dat dit als 1-april stunt kan worden uitgelegd.

Er is hier namelijk helemaal geen sprake van een 'zwaar stempel'; hier gaat het oude beleid gewoon op dezelfde voet verder. Als we kijken naar de geactualiseerde 'Nota wonen Helmond 2004' dan lezen we daar dat de planning is om van 2006 tot en met 2010 1154 sociale huurwoningen te realiseren, dus zo'n 230 per jaar. Hiermee is het dus niet alleen voortzetting van oud beleid, het zou ook nog eens goed een verslechtering in kunnen houden als we blijven steken op 150 woningen per jaar, het besproken minimum.

Daar komt nog eens bij dat het gaat om te bóuwen huizen. Daarmee is de groei van de woningvoorraad nog niet gegarandeerd, want ondertussen worden er ook betaalbare woningen gesloopt, bijvoorbeeld in de plannen met 'de Tamboerijnstraat', en in de toekomst 'de Waard' en 'de Bleek'.

Dat zou met dit beleid dus wel eens kunnen resulteren in een inkrimping van de totale voorraad van sociale huurwoningen, wat wij een zeer verontrustende en ongewenste ontwikkeling vinden, zeker gezien de almaar groeiende wachtlijst van woningzoekenden.

Daar komt zeer recent in onze ogen nog een probleem bij, waar wij reeds schriftelijke vragen over gesteld hebben. De afspraken voor wat betreft sociale woningbouw die gemaakt zijn, blijken niet nagekomen te worden. Het sociale woningbouwprogramma schiet in onze ogen al tekort en dit maakt het alleen maar erger!

Een ander groot punt van zorg voor ons is de stedelijke vernieuwing, de ruimtelijke ontwikkeling en de centrumontwikkeling. Deze zijn in onze ogen namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Er wordt gekozen om op gelijke voet verder te gaan met het centrumplan. Dit heeft vérstrekkende gevolgen, iets waar wij al vaker op gewezen hebben. Dit werkt namelijk door op vele terreinen in het beleidsprogramma. Ik zal er een paar noemen.

Om te beginnen zien wij graag de voorzieningen dicht bij de mensen, dus in de wijken. In het collegeprogramma staat dat 'in de centrumontwikkeling kleinschaligheid en 'de menselijke maat' belangrijke kwaliteiten zijn'. Waar bereik je dit doel beter dan in de wijken, dus dicht bij de mensen zelf?
Voor de wijken is echter weinig aandacht in dit collegeprogramma. Hier en daar staat iets genoemd over o.a. Helmond-West, Suytkade en Brandevoort, maar hoe staat het met de andere wijken, waar verhoudingsgewijs veel meer mensen wonen?

De geschetste verhoogde koopkrachtbinding door een groter centrum is wat ons betreft maar zeer de vraag. Mensen kunnen hun geld maar één keer uitgeven en er is in Helmond al een redelijk divers aanbod van producten.

De grootse ontwikkeling van het centrum heeft ook gevolgen voor het verkeer en het milieu.
Er wordt een grotere mobiliteitsbehoefte geschetst in het collegeprogramma. Logisch lijkt mij, omdat dit bewúst geprikkeld wordt vanuit het centrumbeleid. Mensen zullen wel naar het centrum moéten, omdat de voorzieningen in de wijken nog maar nauwelijks mogen groeien. Dit ten behoeve van de concurrentiepositie van het centrum. Meer parkeervoorzieningen voor auto's zal ook onherroepelijk tot een toename van het verkeer leiden. Dit met alle gevolgen van de luchtverontreiniging en de volksgezondheid van dien.

Beter lijkt het ons om het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer méér te stimuleren. Een goed punt uit het collegeprogramma is het streven om de bewaakte fietsenstallingen gratis te houden. Van het openbaar vervoer wordt echter te weinig gebruik gemaakt.

Ten slotte wil ik het toch nog één keer benoemd hebben: de kosten die dit centrumplan met zich meebrengen drukken véél te zwaar op de gemeentebegroting, wat daardoor ten koste gaat van voorzieningen als onderwijshuisvesting, het verenigingsleven, de gehandicaptenvoorzieningen, enzovoort.

Dit zijn onze grootste bezwaarpunten, maar ik wil toch ook de aandacht op enkele andere thema's richten:

·Onderwijs bijvoorbeeld. Dit zou volgens het college nauwer aan moeten sluiten bij de vraag uit het bedrijfsleven. Maar laten we daarbij alstublieft niet vergeten dat onderwijs veel méér is dan 'klaarstomen' voor de arbeidsmarkt! Onderwijs is ook een plek voor persoonlijke ontwikkeling en socialisatie, iets wat soms in deze tijd te makkelijk over het hoofd gezien wordt.

·Het schoolzwemmen is afgeschaft en het collegeprogramma wordt ondertussen ingehaald door de werkelijkheid, namelijk dat er geen Rijksregeling komt. Wij stellen vast dat de mogelijkheid om het schoolzwemmen weer in te voeren onderzocht moet worden.

·'Bij de planontwikkelingen rond Berkendonk wordt de vrije toegankelijkheid voor een deel van de plas gewaarborgd', aldus het collegeprogramma. Dit is volgens ons nogal ruim te interpreteren. Wat bedoelt het college hiermee? Mogen wij daaruit de conclusie trekken dat 'vrije toegankelijkheid' gelezen kan worden als 'gratis toegankelijkheid'?

·Er wordt alweer volop gesproken over het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen. Dit bijt met het streven om de natuur in goede balans te houden met de stedelijke ontwikkeling. Tot nu toe heeft de natuur op dit gebied altijd nog verloren! Overigens is er veel leegstand op de bestaande bedrijventerreinen, waar in onze ogen echt eerst naar gekeken moet worden.

·Dan het project 'Direct Werk'. Wij stellen vast dat wij hier verschillend tegenaan kijken. Het ondermijnt het arbeidsrecht, want de mensen werken er zonder CAO. Daarnaast is het verdringing van werk elders, want het werk moet toch ergens vandaan gehaald worden. Het project wordt als succes gepresenteerd, omdat er minder mensen in de bijstand terecht komen. Dit terwijl de werkloosheid nog onverminderd hoog is. Waarom vertaalt die hoge werkloosheid zich niet in meer mensen in de bijstand? Speelt een rol de afschrikwekkende werking van het project, die maakt dat mensen afhaken? Waar blijven deze mensen?? In onze ogen moet dit grondig onderzocht worden, want dit zijn de consequenties van ons eigen beleid.

·Als laatste het armoedebeleid. Hier wordt weinig over geschreven, terwijl het op dit moment voor veel mensen soms toch erg moeilijk is. De gemeente kan hier juist, in tegenstelling tot veel andere zaken die inkomen aangaat, wel een proactief beleid in voeren. Men zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om de inkomensgrens naar 120% van de bijstandsnorm te leggen, zodat méér mensen in aanmerking komen voor kwijtschelding en dergelijke. Het verhogen van de inkomensgrens naar 120% van de bijstandsnorm draagt ook bij aan vermindering van de armoedeval, omdat mensen die gaan werken voor een laag inkomen recht blijven houden op kwijtschelding.

Al met al zijn er veel kritische kanttekeningen bij dit collegeprogramma te plaatsen. Is het dan allemaal negatief? Zeker niet! Als je kijkt naar de maatschappelijke effecten die nagestreefd worden, zitten wij, met uitzondering van het centrumplan, bijna op één lijn met dit college.
Het gaat er echter om of de manier wáárop je dit doet wel de juiste is, en dus leidt tot het gewenste resultaat. Daar zullen wij op veel punten helaas 'nee' moeten zeggen. Een deel van de inhoudelijke onderbouwing hiervan heb ik hiervoor al gegeven.

Als allerlaatste wil ik gezegd hebben dat we het een goed punt vinden dat er halverwege de komende bestuursperiode, zoals in de inleiding geschetst, een zogenaamde 'midterm review' komt. Dat biedt mogelijkheden tot kritische reflectie en aanpassing.

Echter daarop volgt de volgende zin:
'alleen al de financiële beperkingen zullen tot nadere afwegingen leiden'. Deze zin is een soort 'ingebouwde slag om de arm' die voortdurend kan worden gebruikt als excuus om iets niet te doen. En dat maakt geen sterke indruk.

Tot zover.

2006-05-10

U bent hier