h

Samenwerken ja, maar wel baas in eigen huis blijven!

5 februari 2014

Samenwerken ja, maar wel baas in eigen huis blijven!

Gisteren besprak de gemeenteraad van Helmond het voorstel om in de Peel een samenwerking aan te gaan om taken die vanuit het Rijk overgebracht worden naar de gemeenten gezamenlijk uit te voeren. Het gaat daarbij om de jeugdzorg, de AWBZ en de participatiewet. Dit voorstel, de gemeenschappelijke regeling Peel 6.1, wordt aangegaan met Gemert-Bakel, Deurne, Someren, Asten en Laarbeek. De SP heeft uiteindelijk niet ingestemd met dit voorstel. Fractievoorzitter Erik de Vries legt uit waarom.

Samenwerken met buurgemeenten ja, maar Helmond moet wel baas in eigen huis blijven. De eigen door de bevolking gekozen gemeenteraad dient het laatste woord te houden anders verwatert de democratie. Aldus de visie van de SP.

Wat is er mis met samenwerken?

‘Met samenwerken is niets mis! Maar je moet eerst als Helmond zelf bepalen hoe wij de taken die vanuit het Rijk komen uit willen gaan voeren. Pas dan ga je kijken waar overeenkomsten zitten met andere gemeenten, en kun je kijken of samenwerking voordelen voor beide gemeenten op kunnen leveren. Krijgen onze ouderen straks nog de zorg die ze nodig hebben? Kunnen we onze jeugd bij problemen op tijd helpen? En laten we mensen met een arbeidsbeperking straks niet aan hun lot over? Voor al deze zorgen is het van belang dat we als gemeente eigen beleid kunnen maken en op tijd in kunnen grijpen als het mis gaat. De SP twijfelt of de samenwerking zoals die nu voorgesteld wordt dat mogelijk gaat maken.’

 
Waar zit die twijfel dan?
'We worden straks als gemeente verantwoordelijk gemaakt voor die belangrijke taken. Maar door deze extern bij een nieuw op te richten uitvoeringsorgaan te leggen, kunnen we straks minder invloed uitoefenen op datzelfde beleid. Dan ga je niet meer over het personeel dat die taken uit moet voeren, en hoe deze dat moeten doen. Je zult in zo’n gemeenschappelijke regeling, zoals deze genoemd wordt, altijd moeten zoeken naar overeenstemming en dat betekent dat je zeggenschap in moet leveren om die overeenstemming te kunnen bereiken. We hebben het hier over mensen, over essentiële voorzieningen waar mensen afhankelijk van zijn. Daar moet je als raad aan de knoppen blijven zitten, en je niet ondergeschikt maken aan een extern en minder democratisch orgaan.’
 
Maar het gaat toch om een uitvoeringsorgaan? Het beleid blijft toch gewoon in de gemeenten zelf bepaald worden?
‘Ja, dat kunnen de wethouder en de burgemeester ook niet vaak genoeg herhalen. Het besluit wat nu genomen is gaat inderdaad puur over de juridische constructie van de gemeenschappelijke regeling. Het beleid zelf moet nog op papier gezet worden en daar mag de raad nog alles van vinden. Maar toch is dat wat te simpel. In theorie klopt dit allemaal wel, maar de praktijk zal weerbarstiger zijn. Dat is de ervaring met dit soort organen: de raad neemt niet meer het initiatief en komt op afstand staan. Kijk bijvoorbeeld naar het SRE, Brainport of Atlant. Daar werken we ook samen met andere gemeenten en de raad heeft veel minder invloed. We mogen daar vooral reageren, in plaats van regeren. En de burgemeester erkent het zelf ook. In het verslag van de eerste bijeenkomst van de klankbordgroep Peel 6.1 benadrukt zij dat “Peel 6.1 een uitvoeringsorganisatie is maar dat er altijd een grijs gebied is tussen beleidsvorming en uitvoering.” Zie daar onze zorgen.’
 
Is er dan een alternatief?
‘Jazeker! De SP zou liever zien dat we als gemeente en als raad direct verantwoordelijk zijn en blijven voor ons beleid op het gebied van zorg en werk. Lokaal kunnen we het verschil maken voor mensen en die mogelijkheid moet de raad ten volste benutten: door in wijken en buurten goede afspraken te maken over samenwerking met en tussen zorgverleners. In een gemeenschappelijk aanbestedingspakket kun je dat maatwerk niet toepassen. Daar kun je alleen bezuinigen op je prijs, wat ten koste kan gaan van de kwaliteit van de zorg en, niet onbelangrijk, de arbeidsvoorwaarden van zorgverleners.
Samenwerking zoek je volgens de SP op de taken waar Helmond op eigen kracht onvoldoende kennis van heeft, of waar het niet rendabel is om hier in te investeren. Denk bijvoorbeeld aan de aanpak van loverboyproblematiek of jongeren met ernstige psychische problemen waar specialistische geestelijke gezondheidszorg voor nodig is. Daar heeft samenwerking een meerwaarde voor alle gemeenten. Kortom: wat de SP betreft gaan we zelf doen wat we zelf kunnen, en zoeken we samenwerking waar de problematiek de gemeentegrens overstijgt.’
 
Een belangrijk argument om samen te gaan werken is dat het dan goedkoper kan. Hoe gaat de SP dit betalen? ‘Laten we reëel zijn: de bezuiniging die de regering nu over de schutting van de gemeenten kiepert is niet op te vangen. In totaal gaat het om een bezuiniging van 4,5 miljard euro. Dat los je niet op door slimmer te gaan werken, of door samen te werken. Zulke bezuinigingen kunnen niet anders uitpakken dan dat dit ten koste gaat van goede zorg en begeleiding. Daarom vind de SP ook dat gemeenten een veel duidelijker signaal af moet geven aan Den Haag: niet meedenken, maar tegengas geven. De VNG doet een halfslachtige poging, maar is niet duidelijk genoeg. Daarmee maakt voorzitter Jorritsma zich de onderaannemer van het sloopbeleid van dit kabinet, terwijl 80% van de gemeenten de bezuinigingsplannen van het kabinet afkeurt. Van de VNG moeten we het dus niet af laten hangen, we moeten als gemeente zelf duidelijk maken wat de gevolgen van het kabinetsbeleid zijn.’
 
Dat is geen antwoord op de vraag hoe de SP denkt deze bezuinigingen op te vangen…
‘Er is in de zorg nog ontzettend veel verspilling. Juist door te doen wat wij bepleiten: de zorg in de wijken en buurten organiseren en goede afspraken te maken met en tussen zorgverleners, kun je beter maatwerk toepassen en kun je die verspilling aanpakken. Daar zit veel meer geld dan in het gezamenlijk uitvoeren van taken. Sterker nog: door gezamenlijk taken uit te voeren, wordt het juist moeilijker om dat maatwerk toe te passen, en dus die verspilling aan te pakken. Maar als het kabinet uiteindelijk vast blijft houden aan die gigantische bezuinigingen is geen enkele gemeente in staat om dat op te vangen. Daar zijn de bedragen veel te groot voor. Dan zullen daadwerkelijk mensen in de knel raken, vrees ik.’
 
De SP diende bij de bespreking in de raad nog een amendement in. Wat hield dat precies in?
'Dat was een wijzigingsvoorstel op de gemeenschappelijke regeling zelf. Daar staat namelijk in dat die regeling slechts gewijzigd kan worden als ten minste twee van de deelnemende gemeenten een voorstel tot wijziging indienen. De SP vindt dit ongewenst. De individuele raden blijven zeggenschap houden, wordt steeds gezegd. Maar met deze invulling wordt die zeggenschap in de praktijk uitgehold. Als we onszelf en onze eigen invloed serieus willen blijven nemen, dan moeten we gemeenteraden de mogelijkheid blijven bieden om zelf wijzigingsvoorstellen aan te dragen. Alleen dan doe je recht aan het uitgangspunt dat de gemeenteraden zelf altijd aan zet blijven. De SP heeft daarom een amendement opgesteld waarmee het voorstel aangepast wordt.’
 
En heeft die wijziging het gehaald?
‘Nee, alleen Helder Helmond en GroenLinks steunden ons voorstel. Tijdens het debat over het amendement werd door de wethouder aangegeven dat het voorstel zoals het nu is een veiligheidsklep is om te voorkomen dat gemeenten steeds met wijzigingen komen. Dat is natuurlijk onzin: als je iets in een gemeenschappelijke regeling wilt wijzigen, zul je met goede argumenten moeten komen. Dat kan ook niet anders: je zult de andere gemeenteraden namelijk ook nog moeten overtuigen. Een wijziging wordt pas doorgevoerd als alle raden er mee instemmen.
Daarnaast gaf de wethouder aan dat het juist goed is dat eerst overleg gepleegd moet worden met een andere gemeente: dan weet je zeker dat de wijziging goed doordacht is. Maar juist daar zit het andere dilemma: je moet als raad eerst een wijzigingsvoorstel bespreken en aannemen. Vervolgens moet het college gaan overleggen met het college van een van de andere gemeenten. Die moet het voorstel dan voorleggen aan de raad. Pas als die raad instemt, kan het voorstel op tafel komen bij de gemeenschappelijke regeling. En daar moet dan weer gestemd worden… Als dat al kan, meer waarschijnlijk is dat alle gemeenteraden het voorstel opnieuw moeten bespreken. Dat is een hele logge en bureaucratische weg wat wij juist willen versimpelen.’
 
Je zou zeggen dat de rest van de raad dat ook zou willen…
‘Ik was ook verbaasd dat de andere fracties ons hierin niet steunden. Mogelijk heeft de wethouder hen bang gemaakt. Hij gaf aan dat als het amendement wordt aangenomen, dit een fikse vertraging oplevert in het proces. De andere raden moeten dan opnieuw het gewijzigde voorstel aannemen. Kortom: het zou veel ‘gedoe’ opleveren. Maar daarmee legde de wethouder pijnlijk bloot waar onze vrees zit. Als het nu al moeilijk is om een wijziging door te voeren, hoe moet dat dan straks als het gaat om de inhoudelijke afspraken? Het maakte direct duidelijk dat de invloed van de raad met dit voorstel beperkt wordt.’
 
En dus stemde de SP tegen.
‘Ja. Niet enkel omdat ons amendement het niet gehaald heeft hoor. Op een vraag van een raadslid heb ik ook gewoon aangegeven dat als het amendement het wel gehaald zou hebben, we toch tegen het totale voorstel gestemd zouden hebben. Het amendement zou een klein onderdeel verbeteren. Over het geheel genomen heeft de SP op dit moment er onvoldoende vertrouwen in dat we als raad met het oprichten van deze gemeenschappelijke regeling genoeg grip houden.’
 
Hoe verder?
‘Nu een meerderheid heeft ingestemd is de gemeenschappelijke regeling Peel 6.1 wat Helmond betreft in ieder geval een feit. Als alle andere gemeenten in de Peel instemmen, zal de verordening dus uitgevoerd gaan worden. Dat betekent niet dat de SP achterover gaat zitten met een houding dat het ons pakkie-an niet meer is. Wij zullen zeker constructief mee blijven denken. Deze onderwerpen gaan ons aan het hart en wij willen er hoe dan ook het beste uit proberen te halen voor de inwoners van onze stad.’
 

U bent hier