Raad aanvaardt excuses van burgemeester over onhandige uitspraak
Raad aanvaardt excuses van burgemeester over onhandige uitspraak
In een interview in NRC Handelsblad vertelt burgemeester Elly Blanksma dat ze ooit onder druk is gezet door een raadslid en een wethouder. Die wilden voorkomen dat een pand van het raadslid, waarin een hennepknipperij gevonden was, gesloten zou worden.
Het raadslid had het bedrijfspand verhuurd aan een derde die er illegaal een hennepkwekerij begonnen was zonder dat het raadslid dat wist.
Op grond van de zogeheten wet Damocles hebben burgemeesters de bevoegdheid om drugspanden voor een bepaalde periode te sluiten. Omdat afhankelijk van de situatie zo'n besluit grote gevolgen kan hebben, moet het wel zorgvuldig gewikt en gewogen worden. Het moet proportioneel zijn; er gelden spelregels.
Op de directe vraag van de journalist "Werd u onder druk gezet door dat raadslid?" antwoordt de burgemeester: "Er is niet tegen mij gezegd: als je het pand toch sluit dan gebeurt er dit of dat. Maar er is wel druk uitgeoefend, ja. Het is een moment dat wij als bestuurders onze rug moeten rechten."
De burgemeester noemde het voorval omdat ze het een belangrijk voorbeeld vindt van "beïnvloeding op subtiele wijze" in de lokale politiek. Ze wilde het risico van ondermijnende criminaliteit illustreren. Citaat uit het interview: "Door dit soort voorbeelden moeten we ons bewust worden van waar de grens ligt. Raadsleden en wethouders hebben een voorbeeldfunctie, die moeten gewoon integer zijn."
SP-fractievoorzitter Lonneke Maráczi is het helemaal eens met de burgemeester over het grote belang van integriteit. Maar het noemen van dit voorbeeld noemt ze "onhandig".
Dat blijkt. NRC Handelsblad publiceert het interview met de burgemeester op 1 augustus. Ook al stuurt de burgemeester meteen diezelfde dag een toelichting op het interview rond, dat neemt de commotie niet weg. De volgende dag meldt het Eindhovens Dagblad op de voorpagina "Politici in Helmond verdacht". De krant noemt meteen ook een naam. Het zou mogelijk gaan om CDA-raadslid Pieter Vervoort.
Het was allicht goed bedoeld van de burgemeester maar het noemen van dit voorbeeld op deze manier valt in slechte aarde bij de Helmondse raadsleden. Immers omdat de naam van het bewuste raadslid niet wordt genoemd - ook de naam Pieter Vervoort wordt niet bevestigd - zou ieder raadslid het kunnen zijn. Een andere vraag is waarom de burgemeester dit voorval niet eerder heeft gemeld bij de raad?
Twee dagen na het artikel in NRC Handelsblad geeft de burgemeester, in antwoord op inderhaast ingediende schriftelijke vragen, een uitgebreidere reactie. "Graag wil ik vooropstellen dat ik als burgemeester betreur welke ophef mijn uitspraken hebben veroorzaakt", schrijft ze. En: "Bij nader inzien had ik dit voorbeeld achterwege moeten laten, en daarvoor bied ik uw raad mijn verontschuldigingen aan."
De gemeente schakelt advocatenkantoor AKD in om alles nog eens uit te pluizen. Juridisch valt de burgemeester niets te verwijten, ook niet dat ze geen namen noemt, aldus het advocatenkantoor. Wat overblijft is dat het héél onhandig was om dat voorbeeld zo te noemen, maar daarvoor heeft de burgemeester excuses aangeboden en die aanvaarden we, luidt breed de conclusie van de gemeenteraad nadat de burgemeester in de vergadering van 29 augustus nog een verklaring heeft afgelegd.
Reactie van de SP in de raadsvergadering van 29 augustus
"In NRC van 1 augustus stond een interview met de burgemeester. De burgemeester geeft in het interview een voorbeeld van „beïnvloeding op subtiele wijze” in de lokale politiek. Ze noemt geen namen. Het noemen van dit voorbeeld op deze manier doet nogal wat stof opwaaien. Het roept vragen op. Zoals: waarom is dat niet eerder vertelt aan de raad? En ook een vraag van ons: waarom wordt niet man en paard genoemd want nu kan het ieder raadslid zijn? Inmiddels is de kwestie uitgebreid aan de orde geweest in het presidium en ligt er een nauwkeurige juridische beoordeling op tafel.
Integriteit staat bij ons hoog in het vaandel waarbij we ons ook beseffen dat we hier zorgvuldig mee om moeten gaan. En na alles gehoord en gelezen te hebben komen wij dan ook tot de volgende conclusie:
De burgemeester erkent dat het noemen van dit concreet voorbeeld onhandig was en heeft hiervoor ruiterlijk haar excuses aangeboden. De door ons gevraagde openheid en transparantie wordt nu gegeven, de burgemeester heeft gehandeld volgens de (toen) geldende regels, er zijn geen strafbare feiten gepleegd, hierdoor is het ook juridisch niet mogelijk voor de burgemeester om namen te noemen en dat moeten wij respecteren. Voor ons is daarmee deze zaak afgedaan."
Uit: SPeerpunten van september 2017, verschijnt maandelijks