h

Algemene beschouwingen 2001 - SP

13 oktober 2000

Algemene beschouwingen 2001 - SP

Algemene beschouwingen 2001
bijdrage van de SP

Vorig jaar stelde de SP de vraag: komt er ooit een einde aan de voortdurende stijging van de lokale lasten? Welnu, er zit een kentering aan te komen als we het college mogen geloven. De verklaring daarvoor ligt vooral bij de afvalstoffenheffing.

Voor alle duidelijkheid: de SP heeft geen probleem met het heffen van belastingen. De (gemeentelijke) overheid heeft immers geld nodig voor haar taken in het belang van de samenleving.

Waar het om gaat is dat belastingen en heffingen éérlijk - naar draagkracht - worden binnengehaald. Wij zijn daarom blij met de opmerking van het college dat 'de breedste schouders de zwaarste lasten zouden moeten dragen'.
Het college bedoelt daarmee het voorstel om de kosten van kwijtschelding van de lokale heffingen (voor inwoners met een minimum-inkomen) voortaan te verwerken in de OZB in plaats van in het rioolrecht en de afvalstoffenheffing.
Op deze wijze wordt meer recht gedaan aan het draagkrachtprincipe omdat de waarde van de woning in het algemeen ook iets zegt over het inkomen van de bewoner ervan: hoe duurder het huis, hoe hoger het inkomen.
Maar geldt die redenering dan niet ook voor het rioolrecht? Waarom niet ook het rioolrecht in de OZB verwerken om zo recht te doen aan het principe dat 'de breedste schouders de zwaarste lasten zouden moeten dragen'? Graag een reactie.

Hetzelfde kan trouwens gezegd worden van de afvalstoffenheffing die volgend jaar 451,80 gulden bedraagt. Waarom wordt het inzamelen en verwerken van huisvuil niet als een gemeenschapstaak gezien waarvan de kosten worden betaald uit de algemene middelen die de overheid op een eerlijke manier (naar draagkracht) binnenhaalt?
Een probleem hierbij is dat een belangrijk deel van de politiek hoe dan ook diftar wil invoeren. Diftar houdt in dat de burger minder betaalt naar gelang hij minder afval aanbiedt.

Diftar heeft de SP nooit erg aangesproken. Enerzijds omdat de burger nauwelijks serieuze invloed heeft op de hoeveelheid afval die hij overhoudt. Hij kan toch moeilijk stoppen met boodschappen doen? Anderzijds omdat diftar wel eens zó zou kunnen uitpakken dat juist de mensen met de lagere inkomens duurder uit zijn. Want die gaan niet vier keer per week buitenshuis eten zoals twee-verdieners met een goed inkomen wel doen. Daarnaast leidt diftar tot een ingewikkelde puzzel van ontwijkgedrag. (afval in de sloot tot en met vuilniszakken meenemen naar camping of werk om het daar te lozen)

Maar buiten deze bezwaren is er nog een andere actuele reden om nog eens heel goed na te denken over diftar:
De belangrijkste verklaring voor de daling van het Helmondse huisvuiltarief is een andere berekeningsmethode door de Razob. Het komt erop neer dat de niet-diftar gemeenten waaronder Helmond steeds onevenredig veel hebben betaald voor de dienstverlening door Razob (oud papier, glas, koelkasten, milieustraat). Dit wordt nu rechtgezet met als gevolg dat de diftar-gemeenten een groter deel van de rekening voor de kiezen krijgen.

Wij hebben bij diftar-gemeente Deurne geïnformeerd wat de financiële gevolgen daarvan zijn voor een doorsnee-inwoner. Het antwoord luidt dat het gemiddeld tarief alles bijeen opgeteld wel eens uit kan komen bóven de 400 gulden. (Op moment van navraag is men nog niet helemaal uitgerekend. Het berekende vastrecht schommelt dan tussen 230 en 250 gulden. Per container aan de deur wordt 10 gulden gerekend. De ervaring leert dat jaarlijks gemiddeld 19 maal een container wordt aangeboden.)

Punt is dat het verschil in tarief tussen diftar-gemeente Deurne (>400 gulden) en niet- diftar-gemeente Helmond (451,80 gulden) wel erg klein wordt en daarmee dus ook het verdieneffect van diftar voor de burger. Het financieel verschil kan bovendien wellicht nog kleiner worden als Helmond de service-verlening verbeterd door bijvoorbeeld een recycle-systeem (retourette) voor verpakkingsmateriaal in te voeren zoals ook Mierlo kent. Kortom, is invoering van diftar überhaupt nog wel zinvol? Graag een reactie van de wethouder.

Op peildatum 1 september dit jaar hebben per saldo 2.678 Helmondse huishoudens een verzoek om kwijtschelding bij de gemeente ingediend. Dat zijn er méér dan in 1999 en 1998.

Dat ondanks economische groei en daling van de werkloosheid toch weer zo'n hoog aantal verzoeken om kwijtschelding is ingediend stemt tot nadenken. Het armoede-probleem bestaat nog steeds maar is alleen geen gespreksonderwerp meer. Het is weggedrukt door de huidige juichstemming over economische groeicijfers. Zo kan het kennelijk gebeuren dat terwijl de bomen de hemel in groeien, de miljarden-meevallers ons om de oren vliegen, de gehandicapten er steeds bekaaider vanaf komen. Zie de besluitvorming in Helmond met de Wet Voorziening Gehandicapten (WVG). De financiële tegemoetkoming (leefkilometers) biedt WVG-kliënten de meeste vrijheid als het gaat om vervoer. Het geld kan dan worden gebruikt voor de eigen auto, gewone taxi of vervoer door bekenden. Toch wordt de WVG-kliënt gedwongen - met instemming van een raadsmeerderheid - om gebruik te maken van collectief vervoer: de stadstaxi met alle problemen vandien. Daarnaast liggen andere verslechteringen op de loer. Probeer dat maar eens uit te leggen terwijl - zoals gezegd - de miljardenmeevallers ons om de oren vliegen.

De kosten van het koper van Boscotondo mogen in de tonnen lopen maar op gehandicapten wordt voortdurend de kaasschaaf-methode toegepast.

Onderwijshuisvesting is ook zo'n probleem. Onnodig om al de commotie daarover uit het verleden nog eens de revue te laten passeren. Ondertussen bereiken ons berichten dat in september wederom de vertegenwoordigers uit het onderwijsveld uit het overleg zijn weggelopen. Is dat juist, kunt u toelichten wat de stand van zaken is?

Een ander voorbeeld. Tussen 'de soep en de aardappels' heeft de gemeenteraad ingestemd met het opstarten van een procedure om Obragas te verkopen. Dat de nutsbedrijven in Nederland prima functioneren en de toets der kritiek glansrijk kunnen doorstaan speelt geen enkele rol. Evenmin speelt een rol dat het handhaven van deze nutsbedrijven de beste waarborg is voor democratische controle en het behartigen van het gemeenschapsbelang. Nee, nutsbedrijven zullen hoe-dan-ook moeten worden geprivatiseerd. En wie daar kritiek op heeft wordt bekeken alsof hij van een andere planeet komt.

Nu realiseert ook de SP zich wel dat landelijk is gekozen voor liberalisering van de energiemarkt. En dat een gemeente het niet makkelijk heeft om daar tegen op te boksen. Maar dat neemt niet weg dat het gemak waarmee wordt ingestemd - binnen luttele minuten na ampele discussie - wel erg kort door de bocht is. Het tekent de tijdgeest.

Het is maar een voorbeeld uit velen. Nog een ander voorbeeld.

Van Dam wil verhuizen naar het industriegebied (BZOB) bij Brouwhuis. Maar het bedrijf wil niet betalen voor de verhuizing. De verhuiskosten moeten worden opgebracht door het bestaande terrein te gelde te maken. Dat kan door er dure woningbouw te plegen. Het is het recht van het bedrijf om dat te willen, maar de gemeente heeft altijd nog een eigen verantwoordelijkheid. Van de gemeente mag worden verwacht dat ze méér belangen afweegt. Bijvoorbeeld het belang van differentiatie in woningbouw waar ze nota bene één kilometer verderop - in de binnenstad - zwaar aan tilt. Zó zwaar dat flink wat woningen daarvoor moeten worden gesloopt.
Maar plotsklaps wordt van dat belang hier niets vernomen. Integendeel, nu wordt gesteld dat duurdere woningbouw mooi aansluit bij de al bestaande woningen in dit exclusievere deel van Helmond.
Het is duidelijk dat dit een gelegenheids-redenering is. Het toont een grote gerichtheid van het college op 'markt' en 'marktpartijen'. Want voor het Van Dam-terrein verlangen wat van de binnenstad wordt verlangd zou betrokken partijen niet erg goed uitkomen.

Tegenover de 'markt' staat de 'publieke zaak'. Dan gaat het om taken als gehandicaptenzorg, onderwijs of sociale volkshuisvesting. De SP is van mening dat de balans doorslaat naar de markt. Waar is de betrokkenheid bij de publieke zaak? Graag een reactie.

Wat betreft ruimtelijke ordening en woningbouw is in Helmond ontzettend veel in beweging al is dat niet altijd zichtbaar voor de burger. Een opsomming: Clercx-van Dam, geledingszone Brouwhuis, het Hatema-gebied, Brandevoort, Stiphout, het centrum (de plannen van BVR, zie ook verderop) en de herstructurering van de binnenstad. Daarnaast zijn er nog tal van kleinere plannen. Kortom, het is veel en het is ingrijpend.
Kunnen we het allemaal nog wel bijhouden? De vraag is al vaak gesteld. Vrij vertaald is het antwoord erop: ja, het is druk maar we kunnen het wel aan. Punt is echter dat het niet alleen gaat om de vraag of de gemeente het organisatorisch aan kan maar ook om de vraag of we het politiek aankunnen. Anders gezegd: gebeurt er in Helmond wat de gemeenteraad wil of is de afhankelijkheid van derden (de 'markt') al zo groot dat de raad alleen nog maar in beeld komt om aan het einde van de rit 'ja' te knikken?
Formeel/procedureel is er weinig aan de hand. Bij de hiervoor genoemde projecten komen bestemmingsplannen aan de orde en daarover heeft de raad het laatste woord. Maar meer praktisch gezien liggen de kaarten toch anders. Stel bijvoorbeeld dat de gemeenteraad zou vinden dat het Hatema-gebied een fraai wandelpark moet worden. Daar zouden in onze steeds vollere stad ook goede argumenten voor gevonden kunnen worden. Maar al zou de complete raad dat willen, het is geen erg realistische gedachte. Nu is dit misschien wel een extreem voorbeeld, maar het geeft toch een beeld hoe het eraan toe gaat.
Veel belangen uit de samenleving bereiken de raad via, laten we zeggen, het 'filter' van het college. Kortom, de opstelling van het college is van grote invloed op de weg die daarna wordt bewandeld.
De SP mist bij die opstelling de sociale draad in het verhaal. Hiervoor hebben we al een voorbeeld gegeven: als het om het Van Dam terrein gaat verdwijnt plotsklaps het belang van differentiatie. Een ander punt van overweging is het gegeven dat ruimte en grond schaars zijn. Dan past het niet om deze schaarse goederen als het ware weg te geven aan de meest biedende.
Verder speelt het gebrek aan doorzichtigheid, het gebrek aan transparantie. Het is zelfs voor raadsleden vaak erg moeilijk om te doorzien hoe de hazen lopen, hoe de verhoudingen zijn, wáárom het gaat zoals het gaat. Terwijl dat inzicht wel van belang is om een oordeel te kunnen vormen. Een goed voorbeeld is de gang van zaken rond de herstructurering. We hebben een brief moeten opvragen om beter te kunnen begrijpen waaraan het schort tussen gemeente en betrokken corporatie. Graag een reactie.

Aansluitend hierop nog het volgende. In een recente notitie van de wethouder Stedelijke Ontwikkeling lezen wij het volgende: 'Kon vijf jaar geleden een woning met een verkoopprijs van 400.000 gulden nog als dure woning worden aangemerkt, tegenwoordig is dit de prijs van een normale koopwoning. Op dit moment mag een woning vanaf circa 750.000 gulden als dure woning aangemerkt worden.'
En inderdaad, wij zijn allemaal op de hoogte van de gekte op de woningmarkt. Nederland kent in totaal ruim 3,8 miljoen echtparen. Hiervan zijn er 2,2 miljoen tweeverdiener, ruim de helft dus. Het zal ons niet verbazen als dat in veel gevallen te maken heeft met het afbetalen van de hypotheek.
Punt is dat het gefixeerd kijken naar de topsegmenten in de woningbouw, met als conclusie dat Helmond méé moet, wel eens tot blikvernauwing kan leiden, dat het leidt tot een zeer incompleet beeld van de werkelijkheid. Daarom als tegenwicht tegen dit glamour-beeld het volgende cijfer: ruim 7300 Helmondse huishoudens zijn aangewezen op huursubsidie om de huur te kunnen betalen. Dit is ruim veertig procent van alle Helmondse huurders. Daarbij moet bedacht worden dat onderzoek in het verleden steeds heeft uitgewezen dat het niet-gebruik van inkomensondersteunende maatregelen groot is. Voor alle duidelijkheid, wie recht heeft op huursubsidie maar het niet aanvraagt, die belandt onder de armoedegrens ook al gaat het maar om een klein bedrag.
Overigens hebben wij vernomen dat enkele corporaties in een procedure zijn verwikkeld met het ministerie. Zij vechten het besluit aan dat ze worden beboet omdat het beslag op de huursubsidie door hun huurders 'te hoog' is, de prestatienorm overschrijdt. Wij kunnen ons voorstellen dat corporaties om die boete te vermijden bij de toewijzing nog kritischer gaan kijken naar de verhouding inkomen-huur, dat daardoor meer woningen om financiële redenen voor vooral de lagere inkomens 'op slot' gaan, en daardoor op zijn beurt het toewijzingsbeleid in het algemeen steeds lastiger wordt. Graag een reactie.

Ter zijde merken wij hier op dat de SP geen voorstander is van het voorstel om wethouders 'van buitenaf' mogelijk te maken. De SP vindt dat wethouders uit de raad moeten voortkomen. Het risico is te groot dat we anders te maken krijgen met rondtrekkende managers die hun diensten aanbieden zonder enige affiniteit met de lokale gemeenschap. Te vrezen valt dat de problemen die wij hiervoor hebben beschreven dan alleen maar nog groter worden.

Hoewel het onderwerp 'centrumvernieuwing' via een soort eigen procedure wordt behandeld, hoort het toch ook thuis bij de algemene beschouwingen. Het centrum (de 'city') is in gemeente-ogen al vele jaren een hot issue. Laatste hoogtepunt - onder het motto: er moet iets gebeuren - is het inhuren van Buro van Riek (BVR). Kosten inhuur: 2 miljoen gulden.
Zoals bekend heeft de SP niet ingestemd met de inhuur van BVR. Volgens de SP wordt van de city vooral een probleem gemáákt. Het feit dat in Helmond in vergelijking met andere gemeenten verhoudingsgewijs veel winkelvoorzieningen in de wijken zijn te vinden in plaats van in het centrum is geen zwak punt, wat de gemeente vindt, maar juist een sterk punt. En het zogenaamde weglekken van koopkracht naar elders hangt voor een deel samen met de directe nabijheid van andere centra. Rij tien minuten door en je bent midden in het centrum van Eindhoven. Daar bovenop is nog een tendens bespeurbaar juist van het centrum weg. Denk aan bedrijven als Gamma en Boerenbond. Kortom, zie deze feiten onder ogen, wees realistisch en doe rustig aan, aldus de SP-boodschap.
Het is niet zo dat de SP pleit om dan maar compleet niks te doen. Maar nogmaals, plaats de zaken in de juiste context en wees realistisch.
Maar goed, een ruime raadsmeerderheid gaat mee in de filosofie van het college en heeft BVR binnengehaald. Alleen al de manier waarop dat is gegaan, BVR als 'plannenmaker aller plannenmakers' plus de hoge kosten van 2 miljoen, leggen een behoorlijke druk op de gemeenteraad. 'Jammer van uw plan van 2 miljoen maar wij zien er geen brood in.' Welk raadslid durft dat straks te zeggen als dat nodig is? Kortom, het is te hopen dat de raad het hoofd koel houdt.
Gelukkig stemmen de eerste tekenen wat dat betreft hoopvol. Hoewel de besluiten nog moeten vallen hebben de oppositiepartijen al een uitspraak gedaan. Namelijk dat aansluiting van de Heistraat op de Noord Koninginnewal niet gewenst is. Daarmee wordt de bijbehorende diepe ingreep in die omgeving door een groot deel van de raad afgewezen. Als het college draagvlak nastreeft lijkt het zaak met dit standpunt rekening te houden. Graag een reactie.

Tot slot: op 1 januari gaat het nieuwe belastingplan in. Mensen die eerder niets met de Belastingdienst te maken hadden krijgen dat nu wel. Om recht te hebben op de verschillende heffingskortingen moet een voorlopige teruggaaf worden aangevraagd. Gebeurt dat niet of niet goed kan dat grote financiële gevolgen hebben voor vooral de groep bijstandsgerechtigden. Financieel gezien gaan zij dan immers meteen 'kopje onder'. Wij hebben begrepen dat een speciaal team bij de gemeente in de weer is om voor goede voorlichting te zorgen. Echter wij denken dat voorlichting alleen niet voldoende is maar dat het meest zekerheid biedt om iedereen in een persoonlijk gesprek met raad en daad ter zijde te staan. Graag een reactie.
2000-10-13

U bent hier