h

Raad eens over beleid Peel 6.1

26 januari 2016

Raad eens over beleid Peel 6.1

Een ruime meerderheid van de Helmondse raad is het eens met het beleid voor Peel 6.1 zoals het college van B en W dat voorstelt. Dat bleek gisterenavond tijdens een commissievergadering.

Peel 6.1 is een samenwerking van de zes Peelgemeenten en houdt zich bezig met zorg, ondersteuning en jeugdhulp. De afgelopen tijd was er veel discussie over het samenwerkingsverband. “Emotie en verwarring leken de boventoon te voeren en dat is jammer”, zegt SP-raadslid Lonneke Maráczi, “het zou moeten gaan over de inhoud.”

Het beleid dat Helmond voorstelt is niet in strijd met de samenwerkingsgedachte. Maráczi: “In de praktische uitwerking ontdekten we het grote belang van maatwerk en kunnen inspelen op lokale situaties. In het sociaal domein moeten wij de taken zo uitvoeren dat iedereen mee kan doen en er geen mensen buiten de boot vallen. De zorg laagdrempelig en dichtbij onze inwoners organiseren door middel van de inzet van kernteams."

"Een logge organisatie, waarbij weinig ruimte voor flexibiliteit en aanpassing is, past hier niet bij. Daar past een flexibele samenwerkingvorm bij. Naast het lokaal uitvoeren wat lokaal kan, als Peelgemeenten een aantal taken gezamenlijk uit blijven voeren. Zoals de inkoop, facturering, beleidsontwikkeling en ICT. Dit is in het belang van de zorgorganisaties zodat zij hun werk efficiënter kunnen uitvoeren. Voor de betaalbaarheid van de zorg is dit een belangrijke factor."

Met deze gedachte kon een meerderheid tijdens de commissievergadering instemmen. In de praktijk betekent het onder meer dat afgezien wordt van het voornemen om alle uitvoerende ambtenaren van de zes gemeenten in dienst te nemen van Peel6.1. In de raadsvergadering van 2 februari hakt de raad definitief de knoop door.

Hieronder de bijdrage in de commissie van SP-raadslid Lonneke Maráczi.

Voorzitter: Het ED van afgelopen zaterdag stond in het teken van de onlangs gehouden zorgenquête. Maar liefst 70% van de zorgcliënten ervaart de veranderingen in de zorg negatief. Maar15% van de zorgcliënten voelt zich voldoende gesteund door de gemeente. 70% Van de zorgcliënten betaalt meer dan vorig jaar en 24% kwam door de veranderingen in financiële problemen. Van de ondervraagde mantelzorgers ervaart 85% de veranderingen negatief. 96% Van de zorgverleners maakt zich zorgen over de ontwikkelingen en 78% geeft aan dat de kwaliteit verslechterd is.

Zorgwekkende cijfers die nog eens benadrukken dat de overheveling van de zorgtaken, van het Rijk naar de gemeenten, met de daarbij opgelegde bezuinigingen voor veel problemen zorgt. Deze cijfers geven duidelijk aan dat er nog veel werk te verrichten is. Het doel van de overheveling van de zorgtaken was om de zorg dichter bij de inwoners te organiseren. Dit doel onderschrijven wij als SP volledig en dat moet dan ook het uitgangspunt blijven.

Voorzitter: Na het realiseren van de transities begint nu het echte werk. Namelijk de transformatie, of te wel de verandering, omvorming die nodig is om iedereen de zorg te kunnen geven die nodig is en om deze zorg ook nog eens betaalbaar te houden. In het kader van de drie decentralisatie heeft Radaradvies (een bureau voor sociale vraagstukken) een onderzoek uitgevoerd. De onderzoekers stellen dat het veranderproces lang, complex en onzeker is. Waarbij het het bieden van ruimte om te leren binnen het veranderproces onmisbaar is. Hiervoor moet expliciete aandacht zijn in de praktijk en moeten veel momenten van reflectie en feedback zijn ingebouwd in de werkprocessen. Verder stellen zij dat de gemeente ook zélf moet veranderen om haar werkwijzen en werkprocessen integraal te maken en om deze beter op elkaar en die van het veld te laten aansluiten. Moeilijke woorden maar die wij volgens mij in de oplegnotitie, in een wat eenvoudigere bewoording, terug kunnen zien. De behoefte en noodzaak voor experimentruimte en flexibiliteit. En de werkwijze volgens de pyramide waarbij de uitganspunten integraal, dichtbij en op maat zijn.

Bij het opstellen van de Paddenstoelnota wist niemand wat er werkelijk allemaal op ons af zou komen. De Paddenstoelnota is in goed vertrouwen vastgesteld met de kennis die er toen voorhanden was. De structuur was hierbij het uitgangspunt omdat de inhoud nog niet bekend en onzeker was. Zoals wij uit de bijgeleverde stukken begrijpen is gaande weg, de inhoud steeds duidelijker geworden en blijken de verantwoordelijke wethouders binnen de Peel door praktijkervaringen tot andere inzichten te komen. Hierbij trekken zij de conclusie dat een Gemeenschappelijke Regeling belemmerend werkt op een goede invulling van de lokale transformatieopgave. Maar wat betekent dit dan feitelijk? Wat verstaan zij onder een “goede invulling van de lokale transformatieopgave”? Kan de wethouder dit met voorbeelden voor ons duidelijk maken? En worden deze belemmering door alle verantwoordelijke wethouders hetzelfde ervaren? En zo nee, waar zitten dan de verschillen?

Voorzitter: Ook de SP betreurt alle commotie. Deze commotie heeft voor veel ruis gezorgd waarbij er van het begin af aan een beeld is geschetst dat Helmond uit de samenwerking wilde stappen. Hiervan is nooit sprake geweest. De commotie heeft niet alleen veel onduidelijkheid opgeleverd maar was ook een grote bliksemafleider. Door alsmaar op het proces te blijven hameren werd er niet over de inhoud gesproken. Voor de inwoners van de Peelgemeenten heeft dit voor veel verwarring en onrust geleid. Wij zijn dan ook blij met de Oplegnotitie Peelsamenwerking waarin wel een duidelijk beeld geschetst wordt van de hele ontstane situatie. Niet het proces maar de inhoud moet de boventoon voeren! Ook vanavond moeten wij op basis van de inhoud het debat voeren en een reactie geven op de voorliggende stukken. En wel op zo'n manier dat het voor onze inwoners ook duidelijk is.

Met de grote veranderingen in het sociaal domein en de daarbij opgelegde bezuinigingen, rust er een grote verantwoordelijkheid op ons. Deze zware taak moeten wij als gezamenlijke Peelgemeenten uiterst serieus nemen want er staat voor onze inwoners veel op het spel. Voor de SP staat het belang van onze inwoners voorop. Onze taak als gemeente is om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen en de zorg krijgt die nodig is. Ook de mensen die niet de weg naar het loket of wijkhuis kunnen vinden. Onze inwoners moeten als mens en niet als dossier behandeld worden. Zolang we nog niet weten wat de behoefte is moeten we hierop continue kunnen anticiperen. Dat vraagt volgens ons om een flexibele organisatie die snel kan aanpassen. Zoals het volgende citaat, uit het eerder genoemde onderzoek, beaamt: “Voor gemeenten vormt het realiseren van ‘veranderkracht’ de kern van een succesvolle transformatie in de praktijk”

Tot slot Voorzitter: Het voorstel om de rol van de Commissie aan te passen voor de volgende fase lijkt ons een goede ontwikkeling. Maar wat moeten wij ons bij een co-creërende rol precies voorstellen? Kan de wethouder dit voorstel wat nader toelichten?

U bent hier