Taaleis: niet uitvoerbaar en niet redelijk
Taaleis: niet uitvoerbaar en niet redelijk
Wie bijstand aanvraagt maar de Nederlandse taal niet voldoende beheerst loopt kans op verlaging van zijn uitkering. Wie vervolgens niet verschijnt bij de taaltoets wordt extra gekort: een maand lang geen uitkering. Wie daarna weer niet verschijnt wordt twee maanden gekort.
De maatregelen komen uit de koker van regering. Ze staan beschreven in de Participatiewet en de wet Taaleis. De gemeente wordt geacht het uit te voeren. Maar zijn ze wel uitvoerbaar in de praktijk? Is dit redelijk?
Het leidde tot een uitgebreide discussie in de raadsvergadering dinsdagavond. SP-raadslid Mieke Meulendijks: “Het voorstel om iemand om die reden een maand lang zonder middelen van bestaan te zetten is erg hardvochtig. En hoe zit het met de handhaving? Worden de mensen die al langer een uitkering hebben nu allemaal op het matje geroepen?”
Het voldoende beheersen van de Nederlandse taal is op zichzelf geen strijdpunt. Het SP-raadslid: “Natuurlijk is het belangrijk om fatsoenlijk Nederlands te kennen. Maar dat kan anders en veel beter aangepakt worden.”
Verantwoordelijk wethouder van Bree toonde begrip voor de kritiek. Hij verzekerde dat erg terughoudend omgegaan zal worden met de zware sanctiemogelijkheden. Hij zegde toe dat er niet actief gehandhaafd zal worden en dat aan de voorkant zoveel mogelijk maatwerk wordt gegeven. Gezien deze toezegging kon de SP met het voorstel instemmen. Mieke Meulendijks: “Het komt er eigenlijk op neer dat de wet Taaleis een dode letter is. Terecht, want het is niet uitvoerbaar en niet redelijk.”