SP-bijdrage discussie armoedebeleid
SP-bijdrage discussie armoedebeleid
Voorzitter, voor ons ligt de beleidsnota Armoede gevangen. Een mooie titel die nogal wat verwachtingen schept. Maar als je de nota doorleest dan krijg je al gauw het idee dat het bij een mooie titel blijft.
Zo is er te lezen dat mensen nog steeds de weg naar voorzieningen niet weten te vinden. Niets nieuws onder de zon en schijnbaar heel moeilijk om iets aan te doen want er wordt al jaren over gesproken om hier iets aan te doen. Daarnaast zou de gebruikte taal in beschikkingen gemakkelijker moeten. Veel mensen weten gewoon niet waarover het gaat, waardoor het niet gebruik dus ook stijgt. Als in beschikkingen wordt gesproken over instrumenten zullen maar weinig mensen weten dat hiermee geen muziek wordt gemaakt.
In de commissievergadering van 10 maart heeft wethouder Boetzkes aangegeven in de armoedenota aandacht te besteden aan de eigen bijdrageregeling in het kader van de WMO. Door de SP is in deze vergadering gevraagd om een oplossing te bieden voor mensen die de eigen bijdrage voor bv. een scootmobiel niet kunnen betalen. Ik zie hier niets van terug in deze beleidsnota. Kan de wethouder aangeven waarom dit er niet in staat en of hier nog aandacht voor is?
Uit onderzoek blijkt dat Helmond behoort tot de gemeente met het grootste aandeel sociale minima. Uit landelijk onderzoek blijkt ook dat (allochtone) alleenstaande vrouwen tot één van de grootste risicogroepen behoren om in armoede te vervallen. Door aandacht te besteden aan deze risicogroep zou je generatie-armoede kunnen stoppen. In de nota behoort deze groep echter niet tot de risicogroep.
Op pagina 5 staat:
Onder doelstellingen Het voorkomen dat mensen te ver in het financiële moeras wegzakken door het informeren, signaleren, ondersteunen en zonodig ingrijpen. Naar onze mening moet je als gemeente proberen te voorkomen dat mensen uberhaupt in het moeras wegzakken en zeker niet alleen te ver. Een beetje wegzakken is in onze ogen ook niet acceptabel, of denk u er anders over? De praktijk wijst uit dat mensen niet alleen in het financiële moeras wegzakken, maar ook in het administratieve/informatieve en ook in het bureaucratische. Doe daar dan wat aan. Bijvoorbeeld door kwaliteitsbevordering van casemanagers/contactpersonen i.p.v. de inzet van 0,5 ft coordinator. Op deze manier kun je klanten van WIZ precies vertellen waar ze allemaal recht op hebben en hoe dit aan te vragen.
Het voordeel van 2x een actieplan krijgen is dat je kunt kijken of en waar de verschillen zitten. Nou die zitten er dus wel in. Zo zijn in de nieuwe versie veel getallen en activiteiten niet meer opgenomen (stadspas, sportkosten e.d.) natuurlijk is het duidelijker als je dingen niet opneemt die je toch niet gaat uitvoeren dan kan er ook geen misverstand over bestaan.
Voorzitter, op pagina 12 bovenaan van de beleidsnota staat een overzicht (*) dat de uitgaven van gemeenten per inwoner met een laag inkomen met elkaar vergelijkt. Helmond besteedde in 2005 per inwoner met een laag inkomen 657 euro, terwijl dat bedrag in Hengelo ruim 400 euro hoger lag, namelijk 1094 euro. Wij hebben het onderzoek van SGBO waaruit dit staatje komt er eens bij gepakt. Dan blijkt dat de gemeente Leiden in 2005 1220 euro besteedde per inwoner met een laag inkomen. Zo ongeveer het dubbele van Helmond. Het onderzoek kan geen goede verklaring geven voor deze grote verschillen. Het ligt voor de hand om te denken dat de verklaring is dat Helmond een krap minimabeleid voert en dat Leiden een ruimhartig minimabeleid voert. Als dat zo is, dan is er in Helmond nog veel te verbeteren. Graag een reactie van de wethouder.
Volgens hetzelfde onderzoek hebben andere gemeenten regelingen die Helmond niet heeft. Bijvoorbeeld een regeling duurzame gebruiksgoederen of een regeling maatschappelijke activiteiten. Helmond haalt niet het onderste uit de kan voor een beter armoedebeleid.
Dan nog het voorstel waarvoor wij ook een motie hadden ingediend, namelijk het verhogen van de inkomensgrens naar 120 procent. Wij hebben de indruk dat het belang van dit voorstel voor de minima wordt onderschat. Om een voorbeeld te geven: er is nu een regeling tegemoetkoming schoolkosten voor 12 tot 17 jarigen. Als de inkomensgrens om hiervoor in aanmerking te komen, wordt verhoogd naar 120 procent betekent dat financiële verlichting voor honderden ouders méér dan nu het geval is. Ouders die evengoed heel krap zitten. Het is ook een verzachting van de armoedeval. Denk aan het verschijnsel werkende armen. Mensen die een tikkeltje meer gaan verdienen, maar dan niet meer in aanmerking komen voor allerlei ondersteunende regelingen en daardoor weer terugvallen. Als gezegd: door de inkomensgrens te verhogen naar 120 procent verzacht je deze armoedeval.
Ja, het is waar dat dit voorstel de gemeente geld zal kosten. Maar het punt is niet dat er geen geld voor is. Het punt is: wat geef je voorrang? Waar liggen je prioriteiten?
Overigens is ons niet duidelijk of de regeling tegemoetkoming schoolkosten nu echt structureel wordt. Dus ook ná 2009.
Tot slot: een gemeente kan door allerlei beperkingen het armoedeprobleem niet fundamenteel aanpakken. Daarvoor zijn landelijke maatregelen nodig. Een gemeente kan wel proberen het onderste uit de kan te halen. Wij hebben niet de indruk dat dit met deze nota gebeurd.
Ad Spruijt
(raadscommissie samenleving maandag 19 mei 2008)
(*) Zie tabel hieronder. De tabel is afkomstig uit inventarisatie armoedebeleid G27 (pdf-bestand).